Mijn directeur op de directie Financiële Hulp van Ontwikkelingssamenwerking (rond 1974), Peter Witte, was eerder in zijn loopbaan Eerste Handels-Secretaris op de ambassade in New Dehli. Hij vertelde mij ooit het volgende: Toen hij zijn overplaatsingstelegram kreeg wilde hij apart afscheid nemen van de Indiase zakenlieden die hem het meest ondersteund hadden.
Hij belde als eerste een zeer vooraanstaande zakenman en vertelde hem dat hij werd overgeplaatst. Of ze nog op korte termijn zouden kunnen gaan lunchen als (individueel) afscheid. De afspraak wordt gemaakt, maar de volgende dag belt deze kennis hem op en verwijt Witte dat hun vriendschap toch zodanig was dat hij niet met een smoesje om en lunchafspraak hoefde te vragen.
Peter legt uit dat hij deze boosheid niet begrijpt, omdat hij echt wordt overgeplaatst. Hij stelt voor de vriend een kopie van het telegram te sturen omdat dat die, met zijn kennis van Engels, uit de tekst wel zou kunnen vaststellen dat er geen sprake van een smoesje was geweest.. De man excuseert zich en zegt hierover nog eens te zullen bellen met de uitleg. Die komt enige dagen later. Hij vertelt dat hij na het eerste telefoontje van Witte naar zijn astroloog was gegaan. De astroloog had meteen gevraagd waarom hij zo bedrukt binnenkwam en de zakenman vertelde dat een goede kennis van hem hem net had verteld dat hij India ging verlaten. De astroloog monterde hem op met de mededeling dat dat onjuist was.
Na de bevestiging van Witte dat hij echt overgeplaatst zou worden, was hij naar deze zeer bekende astroloog, die ook de astroloog van premier Gandhi was, teruggegaan om te vragen hoe het nu zat.
De astroloog zei toen, ik heb me gisteren op je droefheid gericht, niet op het hele plaatje. Het zit zo: “je vriend krijgt nog voor zijn vertrek een telegram dat zijn overplaatsing
wordt herroepen. Dat komt omdat de Nederlandse ambassadeur in Tel Aviv sterft en daarom moeten de overplaatsingen worden aangepast. Maar over 6 maanden krijgt je vriend een nieuwe instructie. Hij gaat naar Londen”.
Vanwege de opmerking dat deze astroloog de astroloog van Mw. Gandhi was en op de ambassade bekend was hoeveel invloed haar astroloog op haar beslissingen had, vertelde Peter Witte dit merkwaardige voorval in de stafvergadering.
Groot was de schok toen na enige tijd het bericht binnen kwam dat onze Ambassadeur in Israel, Jongejans,
gestorven was aan een hartaanval. En inderdaad kort daarna ontving Witte het de opdracht voorlopig in New Dehli te blijven. En inderdaad kwam later het bericht dat hij in Londen geplaatst werd.
Peter Witte was volledig betrouwbaar en ik heb er bij hem op aangedrongen dit op papier te zetten voor Prof Tenhaeff, toen hoogleraar in de subfaculteit Parapsychology in Utrecht (sinds dien opgeheven). Dit omdat er getuigen waren die Tenhaeff zou kunnen natrekken, en omdat de rol van astrologen in de Indiase politiek hem zeker zou interesseren. Witte heeft dat helaas niet gedaan, en ik vond dat ik het recht niet had om dit dan toch bij Tenhaef aan te dragen.