Huis Tugu

In de zeventiger jaren van de vorige eeuw kwam ik als beleidsmedewerker ontwikkelingssamenwerking ik contact met het werk van De ontwerper van ons buitenhuis in Tugu, Nederlands-Indië. Er was een subsidie aangevraagd om de ontwikkeling van bagasse beton mogelijk te maken. De aanvrager; een bekende consultancy firma die vrij veel voor Ontwikkelingssamenwerking in Indonesië deed kwam mij het economisch belang van dit project bepleiten. Immers hergebruik van dit afval van de rietsuikerproductie in de woningbouw van ontwikkelingslanden was belangrijk want tot nu toe werd de bagasse in de suikerfabriek zelf gebruikt als brandhout. Ik vertelde de consultant dat de aanvraag mij verbaasd had, omdat in de jaren 30 van de 20ste eeuw mijn vader reeds een buitenhuis had laten bouwen van begasse beton. Mijn vader zou een experimentele bungalow van bagasse beton laten bouwen en zijn bijdrage aan de ontwikkeling van dit revolutionaire en voor Indië economisch belangrijke procédé zou zijn dat hij een garantieperiode van slechts 5 jaar zou aanvaarden. Dat de architect/ontwerper bij mijn vader aanklopte voor dit verzoek kan te maken hebben gehad met zijn maatschappelijke positie als welgestelde landsadvocaat. Dit detail vermeld ik omdat dat het vervolg van de geschiedenis van deze bungalow beter begrijpelijk maakt.

Maar eerst terug naar de financieringsaanvraag van een 40 jaar later. Het gegeven dat er in Indië al gebouwd was met bagasse beton leidde tot enig opzien bij de consultant. Die zou nagaan of nog iets van het gebruikte procédé teruggevonden kon worden. Na enige tijd vermeldde de consultant dat kennelijk het procédé geheel verloren was gegaan. Dit werd bevestigd door de Technisch adviseur voor de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, in die tijd het Bouwcentrum te Rotterdam. Voor zover ik me herinner werd de poging dit procédé opnieuw uit te vinden gefinancierd. Later kwam ik als diplomaat tijdens een werkbezoek aan Nederlandse bedrijven nogmaals, zij het meer zijdelings, met dit procédé voor beton uit plantaardig materiaal in aanraking. De oprichter van het bedrijf Prins Dokkum, de heer Prins, bleek zich na zijn pensionering met grote energie en effectiviteit gericht te hebben op het ontwikkelen van zaagselbeton voor het gebruik van het afval van zagerijen in arme landen. Uit dien hoofde had hij interesse in contact met de handelsbevorderingsmissie waar ik als plv. bewindvoerder van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank aan deelnam. Terug naar de bungalow van mijn vader. Deze werd gebouwd in Toegoe/Tugu, vanuit Batavia/Djakarta richting de Puntjak pas.

Na de onafhankelijkheid werd dit onteigende bezit het presidentiële buitenverblijf van de Indonesische President. President Sukarno liet er een verdieping opbouwen en nu is het privé bezit van de oudste zoon van voormalig President Suharto. Dus technisch was het ontwikkelde procédé van uitstekende kwaliteit. Nog twee opmerkingen, omdat de herinnering van mijn moeder dat Berlage de architect was, volgens de Berlage biografie niet juist was heb ik op de KB verdere informatie gezocht over Berlage’s verblijf in wat nu Indonesië heet. Daarbij kwam ik de naam van McLain Pont tegen, een architect in Batavia die vooral geïnteresseerd was in volkswoningbouw me gebruik making van plaatselijke industriële afvalproducten. Ik acht het mogelijk dat Berlage tijdens zijn bezoek zijn minder bekende collega McLain Point onder mijn vaders aandacht heeft gebracht.

Mr Trump is the most anti-Russian president since Reagan

Putin must be getting scared of Trump. I hope now that Trump stays on as effective US president until he has gotten the European Nato countries scared enough to honor their promise of a 2% BNP Nato financial effort.

Scared because he presents himself as unreliable and unhinged.

Nothing will hinder Putin in his effort to make (USSR)Russia great again more than a fully financed Nato.

It is Reagans ‘evil empire’ economic theory all over again; make the Russian economically broke with an arms-race they cannot a-fort.

The Netherlands made the 2% promise also, 5 years ago, but no party leader wants to be reminded that promisees  should be kept between allies.

We now spent 1.2 % on defense and the most belligerent party (standing alone on this subject in the field) would like to raise it to 1.4 %. 1.4 % being the European average.

0.2 % is € 2000 million (US $ 2.1 billion) so the full 0.8 percent backlog is US $ 8.4 billion. For that money  Mr Putin would face the 800 Dutch tanks we all sold in our illusion of the “ Peace dividend” again and twice as much JSF fighters, only from Holland. Imagine the effect of Trumponomics of all European countries to be faced by Russia.

I do suspect that Mr Trump will be surprised to find out he is the most anti-Russian president since Reagan, but that is prove of his unbelievable lack of intellectual depth in his political views. For Europe on this point he is a God-sent.

Please do not impeach!

Hocus pocus in space

“Edgar D. Mitchell, who became the sixth man to walk on the moon ..[  ] Heading home, Commander Mitchell secretly conducted an experiment in extrasensory perception – thought transference – while his fellow astronauts were asleep. He concentrated on symbols in a set of cards he had brought with him in the hope that four people he had selected back on Earth could read his thoughts and determine what those drawings were.”

N.Y. Times Int., Feb 8th 2016 

               

The Hague,  April 18, 2016

Living in Moscow I hit upon some information which throws an alternative light on the experiments cited in commanders Mitchell’s necrology.

In the early years of Soviet space research investigators found a report from around 1915 which gave a semblance of prove extrasensory communication was real.  

The story in the report was simple but stunning.  A very old man without a birth certificate and an absurd estimation of his own age, was proven to know details of the Napoleonic war which he could certainly not know if he had not been present. His story that he had been enlisted when 15 was dismissed. He was a Russian man, so stories about extreme old people from the Caucasus did not apply, if even believed.

When Ms. Jeanne Calment died at 122 years of age in 1997, it was proven that the old man could have been reliable, but that was to late for the Russian useless investment.  And nobody laid the link between her death in France and the secrets of the Russian space program.

Convinced they had the necessary proof of a method to cut the time factor out of interstellar communication, the Russian Space agency went on a large and well funded program to develop practically useful extrasensory methods for communication in their space program. It was financed for many years.

I am convinced Nasa and CIA knew about it.  And American astronauts probably heard some rumors  So I am not convinced a navy commander would do some unscripted work while on mission. I consider it more plausible that NASA did not want to look silly  with hocus spokes experiments and limited the people in the loop to the very minimum and did not take institutional responsibility.

Before the funding stopped, the Russians had funny experiments, such as training people to read with their fingertips. Not on Braille but on plain printed paper. How that could help to speed up interstellar communication I never understood.

Een diplomaat in India

Mijn directeur op  de directie Financiële  Hulp van Ontwikkelingssamenwerking (rond 1974), Peter Witte, was eerder in zijn loopbaan Eerste Handels-Secretaris op de ambassade in New Dehli. Hij vertelde mij ooit het volgende: Toen hij zijn overplaatsingstelegram kreeg wilde hij apart afscheid nemen van de Indiase zakenlieden die hem het meest ondersteund hadden.

Hij belde als eerste een zeer vooraanstaande zakenman en vertelde hem dat hij werd overgeplaatst. Of ze nog op korte termijn zouden kunnen gaan lunchen als (individueel) afscheid. De afspraak wordt gemaakt, maar de volgende dag belt deze kennis hem op en verwijt Witte dat hun vriendschap toch zodanig was dat hij niet met een smoesje om en lunchafspraak hoefde te vragen.

Peter legt uit dat hij deze  boosheid niet begrijpt, omdat hij echt wordt overgeplaatst. Hij stelt voor de vriend een kopie van het telegram te sturen omdat dat die, met zijn kennis van Engels, uit de tekst wel zou kunnen vaststellen dat er geen sprake van een smoesje was geweest.. De man excuseert zich en zegt hierover nog eens te zullen bellen met de uitleg. Die komt enige dagen later. Hij vertelt dat hij na het eerste telefoontje van Witte naar zijn astroloog was gegaan. De astroloog had meteen gevraagd waarom hij zo bedrukt binnenkwam en de zakenman vertelde dat een goede kennis van hem hem net had verteld dat hij India ging verlaten. De astroloog monterde hem op met de mededeling dat dat onjuist was.

Na de bevestiging van Witte dat hij echt overgeplaatst zou worden, was hij naar deze zeer bekende astroloog, die ook de astroloog van premier Gandhi was, teruggegaan om te vragen hoe het nu zat.

De astroloog zei toen, ik heb me gisteren op je droefheid gericht, niet op het hele plaatje. Het zit zo: “je vriend krijgt nog voor zijn vertrek  een telegram dat zijn overplaatsing

wordt herroepen. Dat komt omdat de Nederlandse ambassadeur in Tel Aviv sterft en daarom moeten  de overplaatsingen worden aangepast. Maar over 6 maanden krijgt je vriend een nieuwe instructie. Hij gaat naar Londen”.

Vanwege   de opmerking dat deze astroloog de astroloog van Mw. Gandhi was en op de ambassade bekend was hoeveel invloed  haar astroloog op haar beslissingen had, vertelde Peter Witte dit merkwaardige voorval in de stafvergadering.

Groot was de schok toen na enige tijd het bericht binnen kwam dat onze Ambassadeur in Israel, Jongejans,

gestorven was aan een hartaanval. En inderdaad kort daarna  ontving Witte het de opdracht voorlopig in New Dehli te blijven. En inderdaad kwam later het bericht dat hij in Londen geplaatst werd.

Peter Witte was volledig betrouwbaar en ik heb er bij hem op aangedrongen dit op papier te zetten voor Prof Tenhaeff, toen hoogleraar in de subfaculteit Parapsychology in Utrecht (sinds dien opgeheven). Dit omdat er getuigen waren die Tenhaeff zou kunnen natrekken, en omdat de rol van astrologen in de Indiase politiek hem zeker zou interesseren. Witte heeft dat helaas niet gedaan, en ik vond dat ik het recht niet had om dit dan toch bij Tenhaef aan te dragen.

Artrose 2

                                22 september 2018

Mijn – tot nu toe succesvolle – artrose bestrijding. Mijn aanpak bestaat uit vier onderdelen:
A. Voeding
B. Beweging
C. Geneesmiddelen en supplementen.
D. Therapeutisch zitten


Ad a.
Anderhalve lepel van het volgende mengsel eet ik ’s morgens en ‘s avonds. Dit om de door mijn diëtiste aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van zaken als havermout, lijnzaad en zemelen te “matchen” met mijn wens af te vallen. (Dus niet te veel in één maaltijd) Tussen de middag eet ik warm.
Bij 10 lepels havermout toevoegen:
2 lepels lijnzaad2 lepels tarwezemelen2 lepels haverzemelen
1 lepen geroosterde tarwekiemen
1 lepel hennepzaad1 lepel licithine-971 lepel gistvlokken
1 lepel quinoa,
Per portie (anderhalve lepel) een handje rozijnen en 2 gedroogde abrikozen.Kokend water toevoegen en even laten staan.Eén bakje Activia toevoegen; maar lekker is het ook met yoghurt of vla.
Bij elk ontbijt een lepel levertraan en een handje ongezouten noten (geen pinda’s)
Levertraan is uit de mode, is te vervangen door visolie pillen en Lecithine -97 is te vervangen door soja-lecithine pillen.
Ad. b.

  1. Diegenen die indertijd de wetenschap verrijkten met het advies dat 30 minuten bewegen voldoende zou zijn om de conditie op peil te houden, hebben zich later verontschuldigd dat zij hun cijfers verkeerd gebruikt hadden, het moet 60 minuten zijn per dag.
    Om terugkeer van artrose te voorkomen probeer ik naast de wekelijkse sessie valpreventie/ouderen gymnastiek nog 5 keer per week mijn sportschool te bezoeken voor een uur per dag.
    Maar het is natuurlijk wenselijk om de sportschool te vervangen wandelen, Tai-Chi, Yoga of iets dergelijks. (fietsen, dansles, Pilatus etc.)
    Ad c.
    ik geef hierbij de achtergrond waarom ik mijn grondhouding van aversie tegen pillen bij deze preparaten heb laten valren:
  2. Allopurinol. 300 mg 1 x per dag ‘s morgens
  3. Dit is een recept geneesmiddel dat ik slik vanwege Jicht. Maar ik weet niet of en zo ja hoeveel het bijdraagt aan mijn artrose bestrijding. Voor mij persoonlijk geldt het advies van mijn huisarts, verander niets in de combinatie van medicijnen en supplementen nu het goed gaat.
    Ascal 100mg (= 80 mg aspirine), dit is niet voor mijn hart, want moijn hartspecialis ziet niets in die Amerikaanse medische gewoonte, maar voor mijn NSAID allergie (Raspoetin therapie – om volgende aanval minder erg te maken – in overleg met mijn huisarts) en tegen artrose.
  4. Dit laatste volgens in de N.Y.Times geciteerd Amerikaans onderzoek. Dit omdat de aspirine ontstekingsremmend is.
  5. Wobenzym Plus. 2 Tabletten bij ontbijt en 2 stuks ‘s avonds.
  6. Wobenzym: ik heb dit op recept van mijn huisarts gehaald. Oorspronkelijke advies dit te slikken tegen artrose kwam van een Duitse apotheker. In Duitsland is dit voedingssupplement recept vrij.
  7. Rode gist rijst 600 mg. 1 x daags.
  8. Goed tegen cholesterol volgens mijn huisarts.
    Magnesium 150 mg 1 x daags
  9. Werd ook op de Hart & Vaatdag 26/11 j.l aanbevolen door de heer M. Overbeek.(Inleider)
  10. Groenlip mossel 500 mg 1 x daags. Gezwicht voor het argument op het Web.
  11. Glucosamine Chondroïtine 500 mg. 1 x daags 2 pillen. Op advies van apotheek Francken.
  12. Knoflook 300 mg 1 x daags.
  13. Prof. Katan vindt het onzin, maar mijn moeder geloofde heilig in de gezonde werking van knoflook.
  14. Ook trouwens de Duitse apotheker.
  15. Q-10 1 x daags
  16. Ik was er al aan, maar ook dit werd op de Hart & Vaatdag aanbevolen. Het argument was dat de (sim)vastatines
  17. de eigen aanmaak van Q-10 in het lichaam deels blokkeren.
  18. Imutis 300mg. 1 x daags
  19. Verbetering van het immuniteitssysteem. Eigen proefgebruik vanwege andere aandoening. Maar ook hiervan is onbekend of het bij de artrose bestrijding helpt.
    Ad d.
  20. Ik maak gebruik van de artrose kruk die fysiotherapeut Lenz heeft ontwikkeld en waarvan volgens mijn eigen fysiotherapeut vooral het zitten op een zadelvormig steunvlak heel goed is tegen artrose in de heupen.
    (De arme Keizer Willem II is in Doorn uitgelachen omdat hij op een zadel zat achter zijn bureau – “de militarist” – , maar hijzelf of zijn arts waren waarschijnlijk hun tijd jaren vooruit op dit punt)
  21. Als ik niet op mijn artrosekruk achter de computer zit, dan zit ik zo veel mogelijk op een rubber plat luchtkussen.
    Het e-mail adres van de apotheek die mij veel goedkoper dan in Nederland de Wobenzym levert is:
    versand@bad-apotheke.com

EEN VOETNOOT BIJ FASSEUR

EEN VOETNOOT BIJ FASSEUR

17 februari 2009

Naar aanleiding van zijn “Juliana & Bernard.

Het verhaal van een huwelijk De jaren 1936-1956”

De centrale vraag voor een onderzoeker naar het Greet Hofmans schandaal, waarover Cees Fasseur recent een schitterend boek heeft geschreven, ligt eigenlijk voor de hand.

Die is: Hoe kon het beoordelingsvermogen van een gezonde, verstandige, jonge vrouw van goede huize en met redelijk goede opleiding, zo laagdrempelig worden.

De gewone boerenslimheid om onzin  en zinledigheid van  een normale bespreking van religieuze zaken te onderscheiden was kennelijk bij Koningin Juliana structureel niet aanwezig. Nu is voor wat de zinledigheid van uitspraken het domein van de discussie over religie wel een slangenkuil, veel daarin geaccepteerde uitspraken zijn  logisch zinledig. Maar er blijft een mate van logica, grammaticale juistheid en inhoudelijke samenhang over die de grote meerderheid van deelnemers aan een gesprek over religie als minimum niveau aanvaard. Het bestaan van eenderglijk algemeen aanvaard minimum niveau maakt het Fasseur mogelijk om uitspraken van  de, laten we maar zeggen intellectuele spil van dit schandaal, de ongebonden christenzendeling J.W. Kaiser, als onbegrijpelijk en verward te kwalificeren.

Maar hoe kwam die drempel van logische eisen aan een bewering over geloof bij Juliana zo laag te liggen?

Fasseur stelt zich deze vraag niet, wat op zich al interessant is gezien de strekking van zijn onderzoek. Maar een aanzet tot een antwoord geeft hij wel, namelijk in de voetnoot nr. 37 op bladzijde 462.

Daarin verteld hij dat Koningin Wilhelmina al in 1949 begon om het  religieuze warhoofd Kaiser een jaarlijks stipendium van Fl 7500,- per jaar toe te kennen voor zijn bijbelstudie en zendingswerk. Fl 7500,- was nog al wat, in 1947 had het kabinet beslist dat voor de uitkering onder de noodwet Drees een alleenstaande oudere die fl 1250,-  per jaar aan eigen inkomen had niet meer in aanmerking kwam voor enige aanvulling.

Bij Kaiser  in het bijbelklasje kwam Greet Hofmans tot haar roeping. Met de ruime financiële bedeling van haar leermeester en later vertrouwensman Kaiser is het nog maar een open vraag in hoeverre de geldelijke belangeloosheid die volgens Fasseur Hofmans zo sierde, wel echt aanwezig was.  Een even logische verklaring zou zijn dat Kaiser een band tussen de koninklijke familie en zijn protegée stimuleerde en essentieel achtte, om de geldkraan open  te houden. Welke financiële zekerheid Hofmans kon ontlenen aan de inkomsten van Kaiser is de essentiële vraag om na te gaan of hier niet toch sprake was van de meer gebruikelijke vorm van op religie gebaseerde  oplichting.

Elke religieuze vorming is een proces waarbij aan de ontwikkeling van logica bij een kind een negatieve grens gesteld wordt. ‘Hierover niet verder nadenken’, ‘het is gewoon zo’ is de daarbij  kenmerkende instructie. Bij een wat orthodoxe religie gaat dat proces levenslang door, hetgeen goed wordt aangegeven door de ontkenning van alle logisch dwingende gegevens over de evolutie leer bij creationisten. Bij  het aanleren van een geloof aan Sinterklaas is het aanvaard dat logica het mag winnen van het geloof op een zekere leeftijd, bij orthodoxe religie bereik je die leeftijd nooit, hetgeen EO coryfee André Knefel nog onlangs mocht ervaren.

Met de handicap van een religieuze opvoeding kwam er voor Juliana nog bij dat haar moeder, zoals wel blijkt uit de financiële ondersteuning van de heer Kaiser, van religieuze onzin en zinledigheid niet wars was. Ook bij haar ontbrak het minimum aan vertrouwen in eigen logica om zin van onzin te kunnen onderscheiden wanneer in een religieuze discussie reeds een beroep gedaan was op het niet al te kritisch omgaan met waarheid en grammaticale logica in het licht van het geloof.

Natuurlijk heeft de geboorte van een gehandicapte dochter,  Marijke/Christina, Juliana gevoeliger gemaakt voor mooipraterij en oplichters. Maar Fasseur laat zien hoe dit vertrouwen  alle perken te buiten ging.

In het licht van het royale stipendium  voor Kaiser is zijn vertrouwen in het uitsluitend religieus geïnspireerde en geheel financieel belangeloze van de aanmelding van Mej. Hofmans aan de paleispoort overigens te betwijfelen.  Toen deze trieste omstandigheid rond de geboorte  bekend werd, zal Kaiser zich wel gerealiseerd hebben dat een band tussen zijn pupil die hij ooit een ring met genezende kracht schonk, en de jonge koningin zijn stipendium weer voor jaren veilig zou stellen, ook na de eventuele dood van de reeds gepensioneerde goede geefster. Inderdaad in 1953 deed Juliana nog een schepje bovenop het ruime jaarlijkse bedrag van Wilhelmina. Fasseur, die als schrijver van 3 succesvolle hagiografieën over Wilhelmina geen enkel belangstelling toont voor deze kant van het schandaal, geeft niet aan hoe hoog die aanvulling was.

De maatschappelijke aanvaardbaarheid van de hocus pocus van Kaiser en Hofmans werd in de ogen van Juliana en ter verdediging tegen de boze wereld van ongelovigen (in Hofmans)  versterkt door de opzet van de z.g. Oude Loo conferenties. Ook hier was Wilhelmina de bron van financiering en stond ze geheel achter de daar door Kaiser verkondigde onzin. Andere inleiders moesten er voor zorgen dat het gemiddelde niveau van logica en zinvolle uitspraken boven dat van Kaiser en Hofmans steeg.

Al met al was de situatie zo dat, zelfs al zou een meer bezonnen, qua logica steviger in de schoenen staande kennis of vriend van Juliana haar enigszins weten te overtuigen dat Kaiser en Hofmans met hun religieuze uitspraken het minimum van redelijkheid, geloofwaardigheid en logische samenhang niet haalden en dus als charlatans afgeserveerd dienden te worden, dan nog wist Juliana dat het stellen van een gebruikelijke minimum eis  aan logica en inhoud een breuk met haar Moeder zou betekenen. Dit terwijl de breuk met haar man al ernstig was en ook haar ouder dochters zich tegen haar en Hofmans gekeerd hadden. Als persoon om Juliana de ogen te openen had Bernard zijn geloofwaardigheid helaas al verspeeld met zijn aanvankelijke vertrouwen in Hofmans Goddelijke aanwijzingen hoe hij met slagroom en gehaktballen als paardenvoer zijn kansen op Olympische hippische deelname zou kunnen vergroten. Ook zijn huwelijksontrouw, waar Fasseur opmerkelijk weinig gewicht aan hecht om de zieleroerselen van Juliana te verklaren, zal hem niet echt gekwalificeerd hebben om Juliana weer op het goede, kritische pad te krijgen.

Ook had Juliana de tijd niet mee. Nog veel meer dan nu was geloof een rechtvaardiging om humanitaire waarden te omzeilen, zoals de apartheid in Zuid – Afrika  deed, en vooral om logica in een betoog maar tussen haken te zetten. Het onderkennen van religieuze oplichters, inhoudelijk of financieel, was in die tijd nog moeilijker dan nu. Ook al had je gelijk, de politieke correctheid van die tijd zou je nog gewaardeerde vrienden en kennissen kunnen doen verliezen.

Om kort te gaan, om te begrijpen hoe het zover kon komen als Fasseur beschrijft, is een goed begrip van de desastreuze invloed van Wilhelmina op de gang van zaken die tot de Paleiscrises leidde,  nodig.

Met het aanzoeken van de hagiograaf van Wilhelmina, (zie “krijgshaftig in vormloze jas”; “Wilhelmina. De jonge koningin” en “Wilhelmina. sterker door strijd”)

voor het Hofmans onderzoek kon Koningin Beatrix  er op vertrouwen dat dat deel van de oorzaken niet diepgaand zou worden onderzocht.

GENERAAL NORIEGA

GENERAAL NORIEGA

15 NOVEMBER 2007

Nu Ex-President Noriega van Panama binnenkort vrijkomt uit de gevangenis in de VS en en risico loopt naar Frankrijk te worden uitgeleverd voor zijn volgende gevangenisstraf is het goed in herinnering te roepen hoe deze ex-CIA medewerker en steunpilaar van de Amerikaanse politiek in midden Amerika in de problemen raakte.

Manuel A. Noriega is ongeveer 70 jaar oud, maar de geschiedenis van zijn pech met de VS begint al voordat hij iets met politiek te maken kan hebben gehad, namelijk in 1942.

Een jonge en succesvolle politicus in Panama, Arnuldo Arias Madrid, kiest voor de Nazi’s, waarschijnlijk vooral omdat dat duidelijk anti-VS is.

Tot frustratie van de VS is deze politicus echt populair,of voldoende gewiekst om de verkiezingen te kunnen winnen, wat voor de VS onaanvaardbaar is. De VS steunen na de Tweede Wereldoorlog elke politieke vijand van Arias en zijn partij om hem uit het presidentiële paleis te houden. Dit lukt tot 1968, wanneer Arias toch de verkiezingen wint. Nu moeten de VS drastischer optreden en zoeken steun in Panama voor een staatsgreep. De militair die de VS daarbij ter wille is, is kolonel Omar Torrijos. Torrijos blijft met Amerikaanse steun de sterke man van Panama, zonder de functie van President op zich te nemen. Noriega wordt wordt enige tijd na de staatsgreep, waaraan hij ook deelnam, zijn rechter hand. Als hoofd van de inlichtingendiensten van Torrijos werkt Noriega in dienst van de CIA en ziet hoe bij elke de VS onwelgevallige verkiezingsuitslag Torrijos aan de VS vraagt wat daar aan gedaan moet worden. En onwelgevallige verkiezingsuitslagen volgen elkaar regelmatig op, want Arnulfo Arias is met zijn anti VS politieke lijn steeds de potentiële of feitelijke winnaar.

Noriega volgt Torrijos in 1981 op en blijft nog 7 jaar aan de macht op de zelfde basis als Torrijos. Maar hij wordt wel steeds ongemakkelijker voor VS politici. Een ‘realpolitieke’ steunpilaar van het ethisch onsmakelijke gehalte van een Moboetoe van Zaire, Hassan V van Marokko of – wat de lotgevallen in VS handen betreft – een meer vergelijkbaar geval, Saddam Hussein van Irak.

Dat hij dat niet onderkent breekt hem op wanneer in 1988 de politieke rechterhand van Arnulfo Arias en zijn opvolger als politiek leider van hun partij na Arias dood op zeer hoge leeftijd en voor deze verkiezingen , Guillermo Endera, won de verKiezingen. Noriega ging op de automatische piloot nu gebeurde wat de VS 40 jaar had weten te verhinderen, namelijk dat de partij van Arnulfo Arias de president mocht leveren.

Daardoor zag twee zaken over het hoofd. Hij vergat de VS te consulteren wat te doen, en had niet in de gaten dat in het topniveau van de VS administratie niemand meer goed op de hoogte was van de haast 50 jaar lange voorgeschiedenis. Met het wegvallen van de naam Rudolfo Arias was ook in de VS politieke top de kennis van de politieke achtergrond weer teruggevallen op het gebruikelijke lage niveau. De achtergrond van Endera was niet bekeken in het licht van de VS strijd tegen Arias.

De politiek druk in de VS om van onsmakelijke politieke vrienden af te komen was nu sterk genoeg om de militaire coup tegen Endera van Noriega te gebruiken om van hem af te komen.

De rest is geschiedenis.

HONGARIJE, 1956

HONGARIJE, 1956

9 DECEMBER 2007

In 1956 fietste ik vele malen per week langs de kazernes van het garnizoen van Den Haag aan de Van Alkemadelaan. Om mijn paard, dat in Wassenaar op stal stond, voor dat ik naar school ging nog te verzorgen was ik vaak vroeg op pad.

Op 4 november 1956 reed ik rond 6 uur ’s ochtends weer langs deze kazernes die aan beide zijden van de weg lagen. Het viel me direct op dat er iets aan de hand moest zijn. De wachten waren minstens verdubbeld, hun bewapening was zwaarder en hun uniform gevechtstenue.

Maar veel indrukwekkender was de opstelling die achter hen te zien was, aan de linkerzijde. Het ruime plein tussen de kazernegebouwen was overdekt met een opstelling van legervrachtwagens, keurig in het gelid. Zodra ik stopte om deze onverwachte demonstratie van militair vertoon eens rustig te bekijken werd mij door een wacht gevraagd om door te rijden.

Later op de ochtend hoorde ik dat de Sovjet Unie de afgelopen nacht Hongarije was binnengevallen.

De glimp die ik gezien had van ons leger op oorlogsparaatheid leek niet te kloppen met de nieuwsberichten waarin stelselmatig ontkend werd dat de Navo en/of Nederland iets dachten te kunnen doen tegen de laffe overval van de Sovjets op Hongarije.

In 1961 ging ik met een studiebeurs naar Amerika. Op Union College was op een gegeven moment een gastcollege van als ik me goed herinner de heer Sassen. Hij was bekend omdat hij voor de socialistische partij van Amerika kansloos presidentskandidaat was geweest. Hij vertelde dat hij in 1956 medewerker in het Witte Huis onder President Eisenhower was. De staf van de president was tot op het bot verdeeld over de vraag wat te doen nu de Sovjet Unie een land had aangevallen waarvan het de regering kort tevoren erkend had. De president kreeg twee uitgewerkte draaiboeken – oorlog of berusting – ter eventuele goedkeuring voorgelegd en hij besloot om geen militair antwoord te geven op de Sovjet actie.

Een jaar later zat ik in dienst. Als onderdeel van mijn opleiding gingen we naar de Harskamp waar Nederlandse militairen hun vuurdoop ondergaan onder gecontroleerde opstandigheden. (Er wordt met scherp over je hoofd geschoten) Ik had wacht en ‘’s nachts kwam onze schoolcommandant Kolonel van Dijk een praatje maken. Ik vertelde wat ik inmiddels wist van de Amerikaanse beslissingsprocedure rond Hongarije 1956. Dat was een schot in de roos. Van Dijk wilde wel iets kwijt. In dat jaar was hij commandant van de Harskamp. In de nacht van 3 op 4 november had hij het Navo oorlogsalarm gekregen. Om 3 uur ‘s ochtends kreeg hij inspectie en hoorde toen van de inspecteur dat zijn – niet parate eenheid – de eerste was die het oorlogsalarm juist had opgevolgd. (Een van de verschillen tussen het hoogste urgente oefenalarm en het oorlogsalarm is het gebruik van het transport materiaal. Bij elk oefenalarm blijft de beladingsgrens van de fabriek gelden. Een 3 tonner wordt niet met 4 ton goederen geladen. Bij een oorlogsalarm geld geen enkele grens voor de belading. Ervaring heeft geleerd dat overbeladen voertuigen uiteindelijk, ondanks het grotere risico van panne, meer goederen aanvoeren dan begrenst beladen voertuigen.) Kolonel van Dijk had de voertuigen van zijn opleidingseenheid tot de rand toe opgeladen. (Interessant is dat in de Nederlandse planning ook opleidingseenheden naar het mogelijke front gestuurd werden.) De inspecteur beklaagde zich dat de Nederlandse troepencommandant, met uitzondering van Van Dijk, zo’n bureaucraat geworden was, dat hij bij dit eerste oorlogsalarm van de Navo het niet aangedurfd had zijn materiaal aan enig risico bloot te stellen.

Van Dijk vertelde me verder dat het oorlogsdraaiboek dat Eisenhower niet had aanvaard er in voorzag dat de VS troepen uit Zuid Duitsland naar het strijdtoneel in Hongarije zouden vertrekken en dat de Nederlandse militairen (en andere troepen) het daar vallende gat zouden opvullen.

Het zou tot de Cuba crisis in 1962 duren voordat de Navo weer zo dicht bij oorlog zou zijn.

KLASSIEKE AUTO’S

KLASSIEKE AUTO’S

26 SEPTEMBER 2007

Er is een groep autoliefhebbers die hun blad over de nog niet klassieke Volvo 480 ” Born Classic” noemen. De strekking is duidelijk. Met de nog wel iets oudere Volvo 300 serie, waarvan de eerste 3 bouwjaren zich nu legitiem klassieker mogen noemen, is voor mij hetzelfde aan de hand als voor de gelukkige bezitters van de 480 serie. leeftijd maakt niet alles uit bij de hobby van oude auto’s.

Belangrijk is of er een aardige en actieve vereniging is van liefhebbers van het model waarop je je autoliefde wil botvieren. Voor de Volvo 300 bestaat die vereniging, de Volvo300Club. (www. volvo300club.nl)

De tweede voorwaarde om als niet technische enthousiast met oude auto’s op pad te gaan is een volledig betrouwbare garage die er plezier in heeft om dit model op de weg te houden. bij echte klassieke auto’s is dat een te traceren netwerk, bij de Volvo 300 speelt zijn oorsprong als laatste volledig onder Nederlandse verantwoordelijkheid door DAF ontwikkelde wagen een rol. Er is een redelijk grote keuze aan echt aan de Nederlands DAF traditie en dus ook aan dit model verknochte garages in Nederland te vinden. DAt zijn overwegend garages die als DAF personenauto garage zijn begonnen of na 1962 jarenlang hebben gewerkt.

Mijn garage komt niet uit die traditie, het is de oudste Volvo garage (1928) van Nederland, Hardeman in Den Haag.

Niet met het echte DAF-enthousiasme dus, maar zo volstrekt betrouwbaar en degelijk.

Mijn Volvo 300 hobby begon volkomen utilitair. Ik werkte in het buitenland, voor mijn verlof perioden en voor de kinderen was een oudere Volkswagen Golf in Den Haag beschikbaar. Toen deze onherstelbaar was beschadigd besprak ik vervanging met Hardeman, die toevallig op het punt stond een Volvo 340 met handversnelling uit 1987 te slopen voor onderdelen. Voor Euro 225,- (nl Fl 500,-) had ik weer vervoer.

Wat direct opviel was hoeveel beter deze wagen op de weg lag dan de Volkswagen Golf II. De geschiedenis herhaalde zich toen mijn Mercedes E 220 werd gestolen in Den Haag

MACHU PICHU

MACHU PICHU

Iedereen die wel eens in Machu Pichu geweest is, kent de mysterieuze platte steen die staat op het uiteinde van het plateau waar de tempels op staan op de plvan waaruit je hoog boven op een helling de tempel van de maan kunt zien liggen en het steile pad daar nar toe.

De rechtopstaande platte steen is bijzonder omdat de rechterzijde heel nauwkeurig weergeeft hoe de bergtoppen die voor iemand liggen die in de richting van de tempel van de maan niet ophoog kijkt maar recht voor zich uit. Toen ik er was legde de gids uit dat niet bekend was wat die steen in het ~Inca ritueel heeft betekend. Ook was niet bekend waarom over de aanzichtzijde van de steen horizontale ingehakte strepen liepen.

Naslag in het toentertijd (1980) meest gespecialiseerde werk over Machu Pichu van een lokale historicus uit Cusco gaf dezelfde verklaring dat de steen voor archeologen een mysterie was.

Toch meen ik de betekenis van de steen te kunnen aangeven. Het is m.i. een didactisch hulpmiddel bij de vaststelling van de data van het jaar. Waarschijnlijk waren het priesters die de juiste data in het zonnejaar moesten vaststellen. Deze kennis moest telkens aan een nieuwe generatie priesters worden doorgegeven.

De plek waar de zon over de bergkam kwam was bepalend voor deze data.

Als een priester-docent aan leerlingen wil leren welke plaatsen in de bergkam bepalend waren voor specifieke data, dan was wijzen naar die plek veel minder effectief dan het aangeven van die plek op de steen die de hele bergkam weergaf. Elke horizontale lijn wees op de plek voor een relevante datum. Het onthouden van die data was dan het onthouden van heet aantal streepjes erboven of eronder. Dei paste weer rechtreeks in het Inca systeem van vastleggen en onthouden, dat ging namelijk met knopen aan een touwtje dat naaste vele ander touwtjes aan eenstok hing.